Gemeente
De gemeente formuleert in beleid en bestemmingsplan hoe binnen het gemeentelijk grondgebied omgegaan zal worden met cultuurhistorische waarden, waaronder archeologische (verwachtings) waarden in land- en waterbodem. In bestemmingsplannen kan de gemeente regels opnemen ter bescherming van cultuurhistorische waarden. De gemeente treedt op als bevoegde overheid voor omgevingsvergunningen, zoals aanleg- en bouwvergunningen en ontheffingen van het bestemmingsplan. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geeft de gemeente de mogelijkheid om voorschriften te verbinden aan een aantal activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning nodig is.
Voor archeologisch onderzoek kan het verplicht worden gesteld om bij de omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport te voegen. Ook kunnen aan omgevingsvergunningen voorschriften worden verbonden in het belang van de archeologische monumentzorg. Bij deze bestemmingsplanregels kan worden aangegeven dat er ondergrenzen gelden met betrekking tot de minimale oppervlakte en diepte van bodemingrepen. De regels gelden dan alleen bij overschrijding van deze ondergrenzen.
Voor gebouwd erfgoed is de gemeente de bevoegde overheid, als het gaat om rijksmonumenten eventueel met gebruikmaking van de adviezen van de RCE.
De aandacht voor het cultuurlandschap varieert sterk per gemeente. Het is in eerste instantie een taak van de provincies om gemeenten hierin te stimuleren. U kunt de gemeente benaderen voor de advies en informatie. Daarbij kunt u gebruik maken van de gemeentelijke bestemmingsplannen en ruimtelijke visies.
Voor meer informatie zie SIKB-website